Video: 3.2 Knooppunten

Hoofdstuk 3: Bewerken en editen

Deel deze video

Transcript van de instructievideo

  • Knooppunten kunnen over verschillende eigenschappen beschikken. Met een dubbelklik in een object maakt u nieuwe knooppunten. Maar vóórdat u een knooppunt maakt kunt u de eigenschappen van het knooppunt al beïnvloeden. Uiteraard kunt u die eigenschappen op elk gewenst moment veranderen.
  • In de gereedschapskist gaat u naar het vierde knopje van links en klikt op de rechtermuisknop. U ziet nu dat er 4 keuzemogelijkheden zijn. Het standaard knooppunt is die met een rechte karakteristiek.
  • Met een dubbelklik maken we een knooppunt met een rechtlijnige curve naar links en rechts.
  • Als u dit knooppunt nu met rechts aanklikt kunt u de eigenschappen achteraf veranderen. Schakelt u om van een rechte karakteristiek naar de “spline” karakteristiek dan krijgt het knooppunt een glooiende curve naar links en rechts.
  • Klikt u nogmaals op de eigenschappen van het knooppunt en kiest u “bezier” en aansluitend “smartmove”, dan kunt u met twee tangenten de glooiing van de curve, links en rechts van het knooppunt, onafhankelijk van elkaar instellen. Een ideaal instrument om langzaam verlopende effecten te programmeren.
  • Kiest u bij “bezier” niet voor de “smartmove” instelling, maar voor de “symmetrische” modus, dan kunt u met één tangent de glooiing aan beide zijden van het knooppunt beïnvloeden.
  • Knooppunten regelen niet alleen de beeldhelderheid van foto’s en video’s alsmede de volumes van audiofragmenten, maar ook de besturing van beeldbewegingen d.m.v. keyframes. De keyframes zijn daarbij praktisch gelijk aan de knooppunten.
  • In dit voorbeeld beweegt een klein beeldje van links naar rechts. De snelheid wordt bepaald door de lengte van het object. Maken we de kijktijd korter dan schuiven begin- en eindpunt dichter naar elkaar en zal de beweging sneller zijn.
  • Nu zetten we de locator in het midden, klikken in het beeld en schuiven de foto een stukje naar boven. U ziet dat er een keyframe als knooppunt in het stuurspoor is geplaatst op de plek waar de locator staat. In het eigenschappenmenu links van de tijdlijn ziet u dat dit knooppunt de “rechte” karakteristiek bezit.
  • Nu zetten we de locator weer naar het begin en activeren we de “play” toets. De beweging gaat nu van linksonder direct naar boven en vanaf het bereikte punt ook direct weer naar het eindpunt rechtsonder; Een rechthoekige beweging dus.
  • Klikken we nu het knooppunt aan dan kunnen we in de eigenschappentabel het verloop omschakelen van recht op bijvoorbeeld “spline” waardoor de beweging van de foto een glooiende ronde boog gaat maken.
  • Bij een “smart move”verloop remt de beweging af tot het knooppunt en versnelt weer na het knooppunt.
  • Het verloop links en rechts van het knooppunt is te beïnvloeden door de smartfactoren voor links en rechts apart in te stellen. Na een dubbelklik op deze factor verschijnt een instelschuifje waarop u voor links en rechts van het knooppunt de vertraging of versnelling vrij kunt kiezen.
Bekijk nog meer instructievideo’s over Wings Platinum.